Hetbudwigprotocol

Toelichting

Het protocol in de praktijk

 

1) De uren van deze dagindeling zijn fictief.

Belangrijk is vooral dat  je een zekere regelmaat in de dagindeling handhaaft en op regelmatige tijden eet, gaat slapen en weer opstaat. Ben je een ochtendmens: sta dan vroeger op en ga op tijd naar bed. Ben je een avondmens? Probeer dan niet al te laat op te staan (9 of 10 uur ten laatste), maar ga ook niet te laat slapen (niet na 00.30 uur).

2) Bouw regelmatig lichaamsbeweging in je dagindeling in.

Ga elke dag een eindje wandelen of fietsen (minimaal een kwartier). Liefst na iedere maaltijd. Zo verbrand je suikers.

3) Johanna raadt in haar oorspronkelijke adviezen aan om de warme maaltijd op het middaguur te eten, en 's avonds om een uur of 18 te eindigen met een lichte maaltijd met een soepje en/of een slaatje. Als je daar tijd voor hebt volg dan haar advies. Lukt het niet eet dan 's avonds een lichte warme maaltijd.

4) Schaam je niet om regelmatig (extra) te rusten als je erg moe bent .Luisteren naar je lichaam is ook toegeven aan je vermoeidheid.

5) Begin de dag eventueel met wisseldouches. Dat versterkt je immuunsysteem.

6) Sluit de dag af met een warm bad van een half uur met (100 g) natrium-bicarbonaat. Het ontgift, het onspant en je slaapt er beter door. Je kunt dit bad eventueel combineren met een visualisatie of meditatie.

7) Je kunt je dag eventueel beginnen met olie-spoelen om je mond- en keelholte te ontgiften. Neem daarvoor 1 volle eetlepel plantaardige olie, bij voorkeur zonnebloem- of sesamolie, en spoel je mond krachtig gedurende 10 minuten. Spuug de olie uit en spoel je mond na met water of poets je tanden en tong. Drink daarna het glas zuurkoolsap.

8) Maak elke dag een minuut of 20 tijd voor jezelf, in de vorm van een meditatie of visualisatie.

 

 

Over de voeding

 

1) Maak 's morgens een ruime hoeveelheid Budwigroom van 500 g magere kwark, 125 à 150 cc lijnzaadolie en wat halfvolle melk.

Doe de lijnzaadolie eerst in de mengbeker, voeg dan de kwark toe en doe op het einde de melk erbij. Zet de mixer erin en hou de beker stevig vast terwijl je mixt. Sluit af met een deksel en zet de beker in de koelkast. Neem zo vaak je wilt een paar eetlepels crème uit de beker en breng die op smaak, afhankelijk van de maaltijd. Bijvoorbeeld voor het ontbijt maak je een zoete variant met honing en kaneel of chocola, voor de lunch maak je een hartige saus met mosterd, azijn en tuinkruiden. Gebruik Johanna's recepten ter inspiratie. Eet gedurende de hele dag van dit kwark-en-lijnzaadoliemengsel, ook als tussendoortje of op brood.

Zorg ervoor dat je de inhoud van de mengbeker na 2 dagen op hebt. Na 1 dag moet hij dus al half leeg zijn!!

Nog beter is het om per dag een nieuwe, verse hoeveelheid te maken. Gebruik dan de helft van de aangegeven hoeveelheden: 250 g kwark, 75 cc lijnzaadolie en een paar eetlepels halfvolle melk. De melk dient vooral om de room smeuïger te maken.

Het allerbeste is het tenslotte om voor ieder gebruik een nieuw, vers papje te maken. Maar dat kost wel meer tijd.

2) De kwaliteit van de kwark kan erg verschillen.

Soms is er vocht toegevoegd aan de kwark of hij is minder goed uitgelekt waardoor hij vloeibaarder en dunner is. Dunne kwark met veel vocht mengt minder goed met lijnzaadolie omdat er minder eiwitten in zitten. Gebruik je een dunne, aangelengde kwark, bijvoorbeeld de biologische van Albert Heyn, dan heb je geen of maar heel weinig melk nodig om de room aan te maken. Probeer eerst om een papje te maken door steeds lijnzaadolie in kleine beetjes toe te voegen, zonder toevoeging van melk. Net zolang tot de olie blijft drijven. Experimenteer in het begin met verschillende merken kwark, en gebruik biologische lijnzaadolie (bijvoorbeeld van Eden). Persoonlijk geef ik de voorkeur van magere biologische kwark van Heirler.

3) Eet geen boter, en vooral geen margarine!

Maak een pot oleolux volgens het recept van Johanna (basisrecept) en gebruik dat als broodbeleg voor hartige boterhammen. Maak ook een zoete variant om op andere boterhammen te smeren. Gebruik de oleolux ook op warme groenten en granen en in stamppotten. Gebruik kokosvet om te "bakken" of bijvoorbeeld een uitje of teentje knoflook te smoren.

4) Koop een koffiemolen en maal hierin vers lijnzaad fijn.

 

Voeg dat toe aan je ontbijt- en andere gerechten. Lijnzaad oxydeert snel. Laat het dus niet te lang staan, maar meng het zo snel mogelijk door je budwigroom, een glas vruchtensap of karnemelk. Je kunt ook linomel bestellen in Duitsland. Dat is gebroken lijnzaad met een laagje honing dat het beschermt tegen oxydatie. Koop nooit gebroken lijnzaad, want dat heeft geen voedingswaarde meer door het oxydatieproces.

5) Eet zoveel mogelijk biologisch, zeker fruit en groenten. Biologische vruchten en groenten bevatten minder pesticiden en zijn minder "opgeblazen" doordat ze met minder en andere meststoffen zijn gekweekt. Ze zijn misschien kleiner maar wel rijker aan gezonde stoffen. Lees over dit onderwerp ook "Eten tegen kanker" van Béliveau en Gingras.

6) Eet vooral veel groenten.

En dan het liefst rauw. Eet minstens 2 x daags wat rauwkost voor de lunch en voor het diner. Als je niet zo van groenten houdt maak dan een groentesapje van verschillende soorten groenten. Als je steeds een citroen of limoen als basis voor je groentesappen gebruikt zijn groentesappen steeds verrassend lekker. In biologische winkels zijn ook kant-en-klare groentesappen te koop, zonder toevoeging van bewaarmiddelen.

Een (warm) groentensoepje is op zijn tijd ook een goed alternatief voor een (koud) groentensapje of rauwkostschoteltje.

7) Alles wat uit de natuur komt en niet bewerkt is is toegestaan.

Noten, vruchten, gedroogde vruchten, groenten, maar ook granen, peulvruchten, rijstwafels enz.

8) Eet alles zoveel mogelijk onbewerkt. Onbewerkte producten zijn rijk aan voedingsstoffen en vezels. Eet geen geraffineerde producten zoals wit meel, witte pasta's enz. Gebruik altijd de volkoren variant. Kook alles zo kort mogelijk zodat er geen waardevolle voedingsstoffen verloren gaan.

9) Eet geen vlees en weinig vis.

10) Eet geen eieren.

Ze kunnen de werking van het dieet verstoren vanwege de dierlijke eiwitten. Voor mensen die geen kanker hebben of het budwigprotocol niet volgen zijn eieren een zeer goede leverancier van eiwitten en een zeer goede vleesvervanger.

11) Eet geen geraffineerde suiker.

Gebruik alleen nog natuurlijke suikers zoals honing en agave of stevia om je gerechten te zoeten.

12) Bak je producten niet bruin en vermijd de barbecue.

Zorg dat alles hoogstens gesmoord is.

13) Kook groenten niet te gaar, hooguit 10 à 15 minuten. "Beetgaar" dus.

14) Kaas mag je wel eten.

In theorie onbeperkt, maar overdrijf niet. Kies ook zo mogelijk biologische kaas, omdat niet-biologische melk rijk is aan omega 9. En omega 9 bevordert ontstekingen, iets wat kankerpatiënten moeten vermijden.

15) Volgens de oorspronkelijke voorschriften van Johanna mag je wel brood eten. Maar toch: overdrijf er niet mee en kijk goed uit bij de keuze van je brood. Aan veel brood wordt tegenwoordig "broodverbeteraar" toegevoegd: vetten om het brood langer "vers" te houden. Kies daarom zoveel mogelijk voor zuurdesembrood, of brood van een biologische bakker. Beperk je broodgebruik ook tot hooguit een paar sneetjes per dag of vervang brood door rijstwafels. Kies ook zoveel mogelijk brood met volle korrels en vezels. Wit brood bevat zeer veel snelle koolhydraten, die door je spijsvertering worden omgezet in suikers.

16) Op voorschrift van Johanna moet je regelmatig een glas papayasap drinken. Papaïne helpt de alvleesklier nl. bij de vertering van eiwitten en vetten. Papayasap is niet zo gemakkelijk te krijgen en daarom kan je het ook vervangen door een voedingssupplement op basis van papaïne, bijvoorbeeld Papayaforce van Vogel.

17) Johanna verwerkt in haar recepten regelmatig gistvlokken. Dat is nodig voor aanlevering van vitamine B-complex. Gistvlokken zijn een goed bindmiddel voor sauzen. 

18) Eet veel (elke dag!) zaden en noten.

Noten zijn een leverancier van belangrijke eiwitten, vetten en mineralen. Ze zijn de vleesvervangers bij uitstek in het Budwigdieet.

Johanna verwerkt ook veel zaden en zaadolie (vooral zonnebloem- en pompoenpittenolie) in haar recepten omdat ze de opslagplaatsen zijn van het zonlicht: fotonen. Zonlicht is een essentiële voorwaarde voor elke vorm van leven, zegt zij. En kanker geneest door het toedienen van heel veel stukjes zonlicht.

19) In haar oorspronkelijke voorschriften raadt Johanna aan om steeds een scheutje lijnzaadolie toe te voegen aan je sappen. Groentensappen worden er gemakkelijker verteerbaar door.

20) Koffie is verboden. Alle soorten thee zijn toegestaan. Johanna staat nog zwarte thee toe, met mate, maar ondertussen is het thee-aanbod enorm uitgebreid en weten we dat groene thee (vooral sencha-thee) een goede kankerbestrijder is. Je mag er onbeperkt van drinken. Ook kruidenthees zijn zonder beperking toegestaan. Sommige kruidenthees zoals mariadistel en paardenbloem zuiveren de lever en de nieren. Drink er dagelijks een of twee kopjes van. Gebruik ook zoveel mogelijk losse thee in plaats van zakjes. De kwaliteit van losse thee is beter.

 

Aanvullende therapieën

 

Johanna Budwig heeft ook recepten ontwikkeld voor uitwendig gebruik: de zgn. Eldi-olie. Je kunt er dagelijks je hele lichaam mee insmeren (daarna douchen), of je kunt compressen gebruiken om de olie in de huid te laten trekken, op de plaats waar de tumor zit. Zo breng je energie in je lichaam en ondersteun je het herstelsysteem van je lichaam. De Eldi-olie kun je bestellen in Duitsland bij Wolfgang Bloching. E-mailadres(sen): Wolfgang.Bloching@t-online.de

Baden met natrium-bicarbonaat maken je huid alkalischer en ondersteunen het ontgiftingsproces van buitenaf.

In een interview met Lothar Hirneise (opgenomen in Krebs, das Problem und die Lösung) zegt Johanna dat voeding een ding is, maar dat er meer factoren in het leven van een kankerpatiënt een rol spelen. Als er bijvoorbeeld sprake is van chronische stress, zoals een ongelukkige of gewelddadige huwelijksrelatie, dan dient de kankerpatiënt ook daar aan te werken en ervoor te zorgen dat er een einde komt aan de stress. Ze geeft duidelijk aan dat je naast je dieet ook aan andere aspecten van je leven moet werken om echt te kunnen “helen”.

In zijn boek De kleine dokter zegt Albert Vogel aan het eind dat "gezonde vreugde" een belangrijk geneesmiddel is voor veel, zware, ziektes. Budwig is voor de samenstelling van haar dieet mijns inziens te rade gegaan bij enkele natuurartsen uit haar tijd. Bircher-Bennen waarschijnlijk, en Vogel zal ze ook wel gekend hebben. Volg de raad van deze wijze mensen en streef dus ook naar vreugde en ontspanning in je leven met het Budwigprotocol. Moeilijk is dat niet, je moet het alleen willen.